Publicatie in The Bone & Joint Journal: Halve versus totale schouderprothese bij avasculaire necrose van de humeruskop
Op 1 januari 2025 publiceerde The Bone & Joint Journal het artikel Implant survival at four years for hemiarthroplasty and total shoulder arthroplasty in the treatment of atraumatic avascular necrosis of the humeral head: a Dutch Arthroplasty Register study.
Het onderzoek is uitgevoerd met LROI-data door Nick Smeitink, Femke Schröder, Oscar Dorrestijn, Anneke Spekenbrink-Spooren, Louise Govaert en Bart-Jan Veen. Zij concludeerden dat dit onderzoek laat zien dat er op korte tot middellange termijn geen verschil lijkt te zijn in de kans op een revisie van halve versus totale anatomische schouderprothesen bij de behandeling van avasculaire necrose van de humeruskop. Dit betekent dat beide technieken goed lijken te zijn. De keuze tussen deze prothesen kan dan afhangen van de voorkeur van de chirurg en de specifieke situatie van de patiënt. Omdat een halve prothese eenvoudiger te plaatsen is en mogelijk minder complicaties geeft, kan deze de voorkeur hebben als de schouderkom – het glenoïd – niet is aangedaan. Wel is verder onderzoek nodig om te zien hoe deze prothesen het op lange termijn doen. De resultaten kunnen uiteindelijk leiden tot beter onderbouwde beslissingen in de keuze van behandeling bij deze patiënten.
Bekijk ook de Nederlandse samenvatting met infographic.
Het onderzoek is uitgevoerd met LROI-data door Nick Smeitink, Femke Schröder, Oscar Dorrestijn, Anneke Spekenbrink-Spooren, Louise Govaert en Bart-Jan Veen. Zij concludeerden dat dit onderzoek laat zien dat er op korte tot middellange termijn geen verschil lijkt te zijn in de kans op een revisie van halve versus totale anatomische schouderprothesen bij de behandeling van avasculaire necrose van de humeruskop. Dit betekent dat beide technieken goed lijken te zijn. De keuze tussen deze prothesen kan dan afhangen van de voorkeur van de chirurg en de specifieke situatie van de patiënt. Omdat een halve prothese eenvoudiger te plaatsen is en mogelijk minder complicaties geeft, kan deze de voorkeur hebben als de schouderkom – het glenoïd – niet is aangedaan. Wel is verder onderzoek nodig om te zien hoe deze prothesen het op lange termijn doen. De resultaten kunnen uiteindelijk leiden tot beter onderbouwde beslissingen in de keuze van behandeling bij deze patiënten.
Bekijk ook de Nederlandse samenvatting met infographic.