Nested RCT Quality improvement using registry data PROMs (IQ Joint)
Juli 2024: Publicatie Journal of Arthroplasty
Nested RCT Quality improvement using registry data PROMs (IQ Joint)
P van Schie, L van Bodegom-Vos, TM Zijdeman, T Gosens, RGHH Nelissen, PJ Marang-Van De Mheen
Geven patiëntgerapporteerde uitkomsten na een heup- of knieprothese-ingreep een realistisch beeld?
Na een totale heup- of knieprothese-ingreep willen artsen weten wat het resultaat is van de behandeling. Klinische uitkomsten, zoals verlengde opnameduur, heropnames, complicaties en revisie-ingrepen, laten zien of er ongewenste resultaten van de
totale heup- of knieprothese-ingreep zijn. Deze komen gelukkig niet vaak voor. Daartegenover staan patiëntgerapporteerde uitkomsten, gerapporteerd in vragenlijsten door patiënten zelf. Deze meten of de ingreep het gewenste effect heeft, zoals
minder pijn en beter kunnen bewegen. Patiëntgerapporteerde uitkomsten vullen de klinische uitkomsten goed aan.
Net zoals het belangrijk is om zoveel mogelijk informatie te hebben over klinische uitkomsten om een goed beeld te krijgen en selectie te voorkomen, geldt dat waarschijnlijk ook voor patiëntgerapporteerde uitkomsten. In de LROI zijn patiëntgerapporteerde uitkomsten-vragenlijsten vóór de operatie 60% compleet en na de operatie 50% compleet voor totale heup- en knieprothese-ingrepen.
Het doel van deze studie was om te bekijken of de verbetering in patiëntgerapporteerde uitkomsten na de operatie wordt onder- of overschat. Hiervoor is gekeken of ongewenste klinische uitkomsten vaker of minder vaak voorkomen bij mensen
die de vragenlijsten invullen en of mensen met ongewenste klinische uitkomsten vaker of minder vaak een verbetering in patiëntgerapporteerde uitkomsten laten zien. Totale heup- en knieprothesen uit 19 ziekenhuizen in de periode 2017-2019 werden bekeken. De LROI-data werden in ieder ziekenhuis op patiëntniveau gelinkt aan data over heropnames, complicaties en opnameduur. Een verbetering van minimaal 10 punten voor de heup (HOOS-PS) en 9 punten voor de knie (KOOS-PS) werd als klinisch relevant gezien.
Conclusie
Patiënten die revisie-ingrepen, complicaties of een verlengde opnameduur ondergingen, vulden minder vaak patiëntgerapporteerde uitkomsten-vragenlijsten in. Bij deze klinische uitkomsten werd ook minder vaak een klinisch relevante verbetering in patiëntgerapporteerde uitkomsten gezien. Daarom is het waarschijnlijk dat het
werkelijke aantal patiënten met een klinisch relevante verbetering lager zou zijn als de patiëntgerapporteerde uitkomsten bij alle patiënten zou worden bepaald. Om uitkomsten van een prothese-ingreep betrouwbaarder te kunnen evalueren is een hogere respons op de patiëntgerapporteerde uitkomsten-vragenlijst noodzakelijk.