Outcomes of the direct superior approach (DSA) in total hip arthroplasty – early nationwide results based on the LROI
Oktober 2023: Publicatie Acta Orthopaedica
Outcomes of the direct superior approach (DSA) in total hip arthroplasty – early nationwide results based on the LROI
B van Dooren, RM Peters, LN van Steenbergen, RAJ Post, HB Ettema, SBT Bolder, BW Schreurs, WP Zijlstra
Geen verschil in patiëntgerapporteerde uitkomsten tussen direct superieure benadering en posterolaterale of anterieure benadering voor plaatsen totale heupprothese
Bij het plaatsen van een totale heupprothese zijn er voor de chirurg verschillende manieren om bij het heupgewricht te komen. De anterieure, of voorste, en posterolaterale, of achterste, benadering zijn de meest gebruikte operatietechnieken in Nederland. De direct superieure benadering is een nieuwe, minimaal invasieve
benadering, afgeleid van de klassieke posterolaterale benadering. Deze techniek heeft zich de afgelopen jaren bewezen als een succesvolle techniek, met als voordeel dat het de spieren en omliggende weefsels spaart. De pijn na de operatie zou minder zijn en het herstel zou sneller moeten verlopen. Deze mogelijke voordelen zijn bij Nederlandse patiënten nog niet onderzocht.
Het doel van dit onderzoek was om te bekijken of patiënten 3 maanden en 1 jaar na het krijgen van een totale heupprothese via de direct superieur benadering beter scoren op zelfgerapporteerde uitkomsten (PROMs) dan patiënten die een totale heupprothese krijgen via de anterieure of posterolaterale benadering. Alle patiënten met een totale heupprothese vanwege heupartrose en ingevulde PROMs voor, 3 maanden na en 1 jaar na de operatie in de periode 2014-2020 werden bekeken. Pijn, kwaliteit van leven en functie werden onderzocht. Hierbij is rekening gehouden met patiëntkenmerken die van invloed kunnen zijn op de uitkomsten, zoals leeftijd, geslacht, ASA-score voor algemene gezondheid en BMI. Daarnaast werd gekeken of verschillen in zelf-gerapporteerde uitkomsten tussen benaderingen klinisch relevant waren door deze te vergelijken met klinisch relevante verschillen zoals benoemd
in de literatuur.
Conclusie
Patiënten rapporteren minder pijn en een verbeterd fysiek functioneren na een totale heupprothese-ingreep. Er lijken geen klinisch relevante verschillen te zijn in patiëntgerapporteerde uitkomsten tussen DSA en zowel posterolaterale als anterieure benadering. De orthopedisch chirurg moet dan ook voorzichtig zijn met het aanbevelen van een specifieke chirurgische benadering op basis van patiëntgerapporteerde uitkomsten. De keuze voor een chirurgische benadering moet gebaseerd zijn op meerdere factoren, zoals de medische geschiedenis van de patiënt, lichaamsbouw, de complexiteit van de ingreep, de ervaring van de chirurg en een afweging van de risico’s en voordelen van elke benadering.