Resurfacing heupen bij jonge patienten
December 2021: Publicatie Wetenschap in Beweging
Resurfacing heupen bij jonge patienten
A Spekenbrink-Spooren, LN van Steenbergen, GAW Denissen, WP Zijlstra, RGHH Nelissen en BW Schreurs
Eerste en tweede revisie van metaal-op-metaal resurfacing heupprothesen bij jonge patiënten
Het aantal heupprothese-ingrepen neemt, ook onder jonge patiënten, toe. Dit leidt onvermijdelijk tot meer eerste, maar ook meer tweede revisie-ingrepen. Metaal-op-metaal (MoM) resurfacing heupprothesen (RHP), waarbij de cup vervangen
wordt en een metalen kap op de femurkop geplaatst wordt, lieten aanvankelijk veelbelovende resultaten zien. Op de middellange termijn bleken de resultaten van deze RHP echter sterk te variëren, met soms zeer nadelige gevolgen. De Nederlandse Orthopaedische Vereniging heeft daarom in 2012 geadviseerd de RHP niet langer
te gebruiken en patiënten met een RHP actief op te volgen. Er zijn echter studies die wel goede resultaten van de RHP laten zien bij specifieke patiëntgroepen en bij gespecialiseerde zorgaanbieders.
In deze studie is daarom het eerste en tweede revisiepercentage van RHP bij jonge patiënten bekeken. Hiertoe zijn alle patiënten jonger dan 55 jaar met een primaire MoM RHA vergeleken met alle patiënten jonger dan 55 jaar met een primaire niet-MoM
totale heupprothese (THP) in de LROI in de periode 2007-2013.
Conclusie
MoM RHP’s zijn, gekeken naar de overleving van de primaire prothese, geen betere optie dan niet-MoM THP’s voor jonge patiënten – vooral niet voor vrouwen. Het tweede revisiepercentage van MoM RHP’s is echter lager in vergelijking met niet-MoM THP’s bij zowel mannelijke als vrouwelijke patiënten. Verder onderzoek met een langere follow-up is nodig om deze resultaten nader te bekijken.